Algemeen
Algemeen · 5 minuten leestijd
Sinds 21 april 2021 moeten alle paarden in Nederland verplicht geregistreerd worden op de locatie waar zij gehouden worden. De nieuwe registratieplicht staat in de Europese Diergezondheidsverordening, die dus voor geldt voor alle 27 lidstaten van de EU. In al deze landen gelden dus dezelfde regels voor de I&R van dieren. Voor geiten, schapen en varkens geldt dit al langer.
De registratie van paarden is belangrijk om snel te kunnen handelen bij een dierziekte, of bij problemen voor de volksgezondheid. Om die reden moet duidelijk zijn op welke locatie paarden gehuisvest worden. De database waarin deze gegevens worden opgeslagen, is door de overheid ondergebracht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
De houder van het paard is verantwoordelijk voor de registratie van het paard. Alle paarden die in Nederland gehouden worden, moeten in de Nederlandse database staan. Je kan met het chipnummer (of levensnummer) van het paard checken in de app I&R Dieren of via deze zoekfunctie van RVO of het paard in de Nederlandse database voorkomt. Het paard hoeft hierbij niet op naam van de houder of eigenaar te staan.
Staat het dier nog niet in de database en gaat het om een paard met een buitenlands paspoort, dan dien je het paard nog in Nederland te registreren. Paarden met een buitenlands paspoort moeten binnen 30 dagen na uitgifte of binnen 30 dagen nadat het paard in Nederland is gekomen, geregistreerd worden in de Nederlandse database. Dat kan geregeld worden via één van de 34 Nederlandse paspoortuitgevende instanties (PPI). Een tweede manier is om de locatiehouder waar het paard gestald staat te vragen om via een importmelding het paard te registreren.
De houder van de locatie is verantwoordelijk voor het registreren van zijn/haar locatie in een centrale, door RVO beheerde, database. Hiervoor vraagt de locatiehouder een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) of breidt hij/zij een al bestaand UBN uit met paardachtigen. Dit geldt voor alle locaties waar paarden langer dan 30 dagen aaneengesloten worden gehouden. En dus niet alleen voor bedrijven, maar ook voor particuliere locaties. Een locatie heeft een eigen adres en toegangsweg of is een stuk grond waarop een paard kan lopen.
De houder van de locatie zorgt er vervolgens voor dat de paarden op zijn locatie aan zijn UBN gekoppeld worden. Paarden die langer dan 30 dagen de locatie verlaten moeten via RVO afgemeld worden op het UBN van de vertrekkende locatie en aangemeld worden op de nieuwe locatie. De locatiehouders van beide locaties zijn hier zelf verantwoordelijk voor.
Het aanvragen van een UBN voor paardachtigen is op dit moment nog kosteloos. Ook zijn er nog geen kosten verbonden aan het koppelen van paarden aan het UBN. De overheid kan niet met terugwerkende kracht kosten in rekening brengen.
De houder van een locatie moet naast de registratie bij RVO ook een lokale administratie bijhouden van paarden die tijdelijk aan- of afwezig zijn. Dit kan middels een eigen gekozen softwareprogramma of in een map of schrift op de locatie zelf. In deze lokale administratie moeten verplaatsingen geregistreerd worden van paarden die langer dan 24 uur de locatie verlaten. Deze administratie moet voor tenminste 3 jaar worden bewaard.
Op de website van de Sectorraad Paarden (SRP) staat uitgebreide informatie over de wijzigingen per 21 april. Ook is een overzicht met veel gestelde vragen en de bijbehorende antwoorden opgenomen.