Kat
Kat · 2 minuten leestijd
Sommige katten kruipen warm en droog op schoot. Andere katten tijgeren graag door (andermans) tuinen. De binnenkat en de buitenkat. Maar welke past bij u? Niet iedere kat is geknipt voor de ventsterbank-lifestyle. De andere kat zet geen poot op verwilderd terrein. Hier pluizen we de verschillen uit.
Deze pluizige viervoeters gaan het liefste de hele dag op ontdekkingstocht. Ze zijn zelfstandig en bepalen zelf wanneer ze naar binnen of naar buiten gaan. De buitenkat is dus avontuurlijk en vrij. Ze krijgen veel lichaamsbeweging en laten hun natuurlijke instincten de vrije loop. Dat zijn flinke winpunten voor de mentale gezondheid van het diertje.
Om maar met het kattenluik in huis te vallen. Een buitenkat is ook weleens lastig. Een kat die veel tijd buiten spendeert, heeft sneller lichamelijk mankementen. Ook raken ze sneller vermist en krijgen eerder wormen en vlooien. Extra belangrijk deze katten te laten chippen en registreren.
De binnenkat is gezellig en sociaal. Ook kruipen lekker knus bij u op schoot. Ze besparen u een plaatsje in ‘Bonje met de buren’ door niet te poepen in andermans tuin. Ook komt een binnenkat niet met een muizenkadaver binnenvallen. Met een binnenkat loopt u minder risico op dat uw kat wordt aangereden of in een gevecht terecht komt.
Binnenkatten voelen zich meer op hun gemak omdat er geen gevaar op de loer ligt, van bijvoorbeeld andere katten. Dit maakt een binnenviervoeter rustiger van aard. Wel heeft deze kat meer kans op psychische problemen en gedragsstoornissen. Het binnenleven is niet natuurlijk voor deze beestjes. Per ras kan het verschillen hoe goed deze zich aanpast aan het binnenleven.